Psalm 86
Kees Waaijman leidt de psalm in.
1 Pleit.
00 Van David.
00 Neig, Wezer, je oor, buig je naar mij,
00 ja, gebogen en behoeftig ik.
2 Waak over mijn ziel, ja, een gunsteling ik,
00 bevrijd je knecht, Jij mijn Machtige,
00 die zich veiligt bij Jou.
3 Begenadig mij, mijn Meester,
00 ja, naar Jou roep ik alle dag.
4 Verheug de ziel van je knecht,
00 ja, naar Jou, mijn Meester, hef ik mijn ziel.
5 Ja, Jij mijn Meester, goed en kwijtend
00 en veelgunstig voor al wie Jou roepen.
6 Heb oor, Wezer, voor mijn pleit
00 en acht mijn vergenadigende stem.
7 Op de dag van mijn nauwte roep ik Jou,
00 ja, Jij buigt je naar mij.
8 Niemand als Jij bij de Machtigen, mijn Meester,
00 en niets als jouw maaksels.
9 Alle naties die Jij maakte komen
00 en zijgen voor jouw gelaat, mijn Meester,
00 en wichtigen jouw naam.
10 Ja, groot Jij en zonderheden makend,
00 Jij de Machtige, Jij alleen.
11 Wijs mij, Wezer, jouw weg,
00 ik ga in jouw hechtheid,
00 vereen mijn hart om te schromen jouw naam.
12 Jou erken ik, mijn Meester, mijn Machtige, met al mijn hart
00 en wichtigen wil ik jouw naam eeuwig.
13 Ja, groot jouw gunst over mij
00 en Jij redt mijn ziel onder uit de woestenij.
14 Machtige, ziedenden staan over mij
00 en de zameling van geduchten zoekt mijn ziel
00 en niet plaatsen zij Jou beduidend voor zich.
15 En Jij Wezer, Machtige teder en genadig,
00 langzaam toornend en veelgunstig en hecht.
16 Gelaat je naar mij en begenadig mij,
00 geef je knecht jouw verweer
00 en bevrijd de zoon van je maarte.
17 Maak met mij een teken ten goede,
00 en mijn schuwers zien en schamen zich.
00 Ja, Jij Wezer,
00 Jij helpt mij en troost mij.